Honden en katten worden vaak gezien als natuurlijke vijanden die niet goed met elkaar overweg kunnen. Dit komt doordat ze elkaars lichaamstaal niet altijd begrijpen, wat kan leiden tot miscommunicatie, jagen en soms zelfs agressie. Toch kunnen goed gesocialiseerde honden en katten prima samenleven en zelfs hechte vrienden worden. Wil jij naast je kat ook een hond in huis halen, of andersom? Of ben je dierenoppas en wil je naast je eigen huisdier ook andere dieren verwelkomen? Met de juiste introductie kun je een veilige en harmonieuze omgeving creëren.
1. Voorbereiding is alles
Voordat je je hond en kat introduceert, zorg ervoor dat de hond zijn energie kwijt is. Maak een lange wandeling en speel met hem, zodat hij ontspannen is en zijn jachtinstinct verminderd is voordat hij de kat ontmoet.
Zorg ook dat de kat rustig en ontspannen is. Laat de kennismaking bij voorkeur plaatsvinden in de eigen vertrouwde omgeving van de kat, omdat ze stress kunnen ervaren in een nieuwe omgeving. Creëer een veilige zone voor de kat door bijvoorbeeld zijn kattenbak en rustplekje af te schermen van de hond.
2. Snuffelen op afstand
Begin met een indirecte kennismaking. Laat de dieren eerst kennismaken met elkaars geur. Aai ze afzonderlijk en laat ze daarna aan jouw handen ruiken om vertrouwd te raken met de geur van het andere dier.
Als je het ene dier in het huis van het andere introduceert, laat ze dan eerst in aparte ruimtes verblijven. Wissel vervolgens van ruimte, zodat ze elkaars geur kunnen ontdekken zonder elkaar direct te zien. Beloon beide dieren met een lekkernij als ze rustig reageren, zodat ze positieve associaties opbouwen met de nieuwe geur.
3. De eerste kennismaking
Zijn beide dieren rustig en nieuwsgierig? Dan kun je ze veilig aan elkaar introduceren. Zet de kat in een kennel of reismand op een verhoogde plek waar hij zich veilig voelt. Houd de hond aan de lijn en laat ze op afstand naar elkaar kijken. Als ze rustig blijven, geef dan beide dieren een beloning.
Als dit goed gaat, kun je de hond aan een losse lijn houden en de kat vrij laten bewegen. Zorg dat er voor de kat genoeg hoge plekken en vluchtmogelijkheden zijn. Forceer geen interactie; laat de dieren zelf het tempo bepalen. Prijs ze met een zachte stem en beloon ze bij kalm gedrag.
4. Lichaamstaal herkennen
Let goed op de lichaamstaal van beide dieren. Dit geeft belangrijke signalen over hoe ze zich voelen.
- Kat: Als zijn oren plat liggen en hij met zijn staart zwiept, is hij geïrriteerd.
- Hond: Staat hij stijf, houdt hij zijn oren omhoog en fixeert hij zijn blik op de kat, dan is hij klaar om te 'jagen'. Likt hij zijn lippen of gaapt hij, dan is hij gestrest.
Vertonen de dieren tekenen van stress of irritatie? Leid ze af met wat lekkers en scheid ze tijdelijk. Probeer de introductie later opnieuw en geef de dieren de tijd om aan elkaar te wennen.
5. Geduld en toezicht
Begin met korte introducties van een paar minuten per keer en herhaal dit dagelijks. Als het goed gaat, kun je de dieren geleidelijk aan langer samen laten. Sommige honden en katten worden snel vrienden, terwijl anderen weken of zelfs maanden nodig hebben om aan elkaar te wennen. Geef ze die tijd en laat de dieren alleen onder toezicht bij elkaar totdat ze volledig aan elkaar gewend zijn.
Blijft er na enkele weken weinig vooruitgang en vertonen de dieren nog steeds agressie of afwijzend gedrag? Overweeg dan een gedragstherapeut voor advies.
6. Kittens en puppy’s introduceren
Kittens en puppy’s introduceren is vaak eenvoudiger omdat jonge dieren minder angst hebben voor elkaar. Kittens zijn vaak nieuwsgierig en (nog) niet bang voor honden, en veel volwassen honden zijn van nature vriendelijk naar jonge dieren. Toch is het belangrijk om extra voorzichtig te zijn, omdat jonge dieren impulsief kunnen zijn en elkaar onbedoeld kunnen uitdagen. Houd daarom altijd toezicht en zorg voor een veilige omgeving.
7. Blijf altijd alert
Zelfs na een succesvolle introductie is het belangrijk om niet zomaar er vanuit te gaan dat alles goed gaan.. Dieren kunnen onverwachts reageren op de ander, bijvoorbeeld als één van de twee zich niet lekker voelt. Ook als jouw hond en kat goed met elkaar overweg kunnen, betekent dit niet dat ze álle andere dieren, altijd maar leuk vinden.
Leer de lichaamstaal van honden en katten zo goed mogelijk te begrijpen. Dit helpt je om vroegtijdig signalen op te vangen en daar adequaat op in te spelen.
Extra tips voor dierenoppassers
Ben je honden- of kattenoppas en wil je andere dieren introduceren in jouw huishouden? Doe dit alleen met gastdieren die gewend zijn aan andere honden of katten. Communiceer met het baasje en volg deze basisregels:
- Voorkom dat dieren achter elkaar aan jagen.
- Beloon vriendelijk en kalm gedrag.
- Dwing dieren niet tot interactie.
- Voorkom stress en leid dieren af als ze tekenen van spanning vertonen.
- Zorg dat de kat altijd een veilige vluchtweg heeft.
- Houd de hond uit de buurt van de kattenbak.
Vind een dierenoppas bij jou in de buurt op Pawshake